Kaapse fuchsia’s zijn recht opgroeiende halfheesters die in Zuid-Afrika inheems zijn. Ze houden van zon en warmte. Terwijl ze in het land van herkomst altijdgroen zijn, sterven in ons klimaat de scheuten tot de grond af en hebben de planten ’s winters bescherming nodig. In het voorjaar lopen ze dan net als vaste planten weer uit. De hele zomer zijn de planten getooid met prachtige, fuchsia-achtige, hangende bloemen die op langwerpige klokjes lijken en in losse pluimen op de uiteinden van de stengels verschijnen. De spits ovale bladeren bevinden zich op de onderste delen van de scheuten.

Phygelius capensis heeft van juni tot september tot 5cm lange, oranjerode, buisvormige bloemen met gele keeltjes. De scheuten van deze halfheester zijn vierkant en bereiken een hoogte van maximaal 120 cm. Naast de zuivere soort zijn er nog twee rassen: ‘Coccineus’ met vermiljoenkleurige bloemen met witte keel en ‘Albus’ met uiteraard witte bloemen.

Phygelius aequalis is minder bekend en blijft met een hoogte van 90 cm wat kleiner. Bij deze soort is de rode tint van de hangende bloemen minder stralend dan bij Phygelius capensis. Maar ook deze bloemen hebben gele kelen. ‘Yellow Trumpet’ heeft zuivergele bloemen.

Phygelius x rectus ‘Moonraker’ valt op door de crèmekleurige of lichtgele bloemen.

Kaapse fuchsia Eigenschappen

Soort:

    Meerjarig

Bloeiperiode:

    Juli, Augustus, September, Oktober

Bijzonderheden:

    Ongevoelig voor ziekten

Standplaats:

    Zon

Grond:

    Voedselrijk, Doorlatend

Hoogte tot:

    1,25 m

Latijns/wetenschappelijke naam:

    Phygelius aequalis, Phygelius capensis

De standplaats van de Kaapse fuchsia

Zorg dat Kaapse fuchsia’s op een warme, tegen de wind beschutte plaats staan. In een border met vaste planten komen ze mooi uit in kleine groepen op de achtergrond of in het midden. Tegen een zuidgevel of muur geplant, staan de planten beschut en krijgen ze de warmte die door de muren wordt weerkaatst. Zijn de muren ook nog wit, dan komen de bloemen bijzonder goed tot hun recht. In kuipen kunnen Kaapse fuchsia’s velen jaren lang goed gedijen. Ze moeten dan binnenshuis overwinteren op een lichte, koele en droge plaats.

Onderhoud het jaar rond

Voorjaar Zomer Najaar
Zaai Kaapse fuchsia’s vanaf maart binnenshuis en dek het zaad dun met aarde af. Op een lichte plaats bij 21 °C laten kiemen. Gekochte of zelf opgekweekte jonge planten mogen vanaf mei in de volle grond. Bij vorstgevaar afdekken. Rond overwinterde planten compost en wat beendermeel strooien. Bij droogte gieten. Hoge planten in de late zomer terugsnijden. Kaapse fuchsia’s op 10 cm boven de grond terugsnijden en met een 10 cm hoge laag bladeren beschermen.
Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
Koop vanaf mei Kaapse fuchsia’s in potten. Bekijk de planten goed en kies uitsluitend sterke, compacte exemplaren met gezonde, groene bladeren. Koop nooit planten met verwelkte of door vorstschade zwart geworden bladeren. In de vroege zomer kunt u kopstekken snijden. Laat alleen de bovenste bladeren zitten en zet de stekken diep in zaaiaarde. Met folie afdekken. Oudere planten ieder voorjaar met compost en beendermeel bijmesten. Volle zon. Kaapse fuchsia’s houden van een tegen de wind beschutte plaats in de volle zon. Doorlatende, voedselrijke grond. Een goede doorlatendheid is belangrijk, zodat de planten ook een natte winter doorstaan. Kaapse fuchsia’s worden nauwelijks door ziekten en plagen aangetast, behalve door slakken, die de jonge scheuten in het voorjaar een lekkernij vinden. Verzamel de slakken ’s avonds of bij regen, of zet slakkenvallen bij de planten neer. Regelmatig leegmaken.