Grassen van het plantengeslacht Pennisetum vormen brede pollen met fles of borstelvormige bloeiwijzen, die veelal elegant overhangen en tot in de winter een sieraad zijn voor elke tuin. Ze worden vaak verdeeld in meerjarige en eenjarige planten. Deze laatste kunnen echter een zachte winter in ons klimaat overleven.
Pennisetum alopecuroides wordt ook wel lampepoetsergras genoemd en is in het tuincentrum veelal nog onder de vroeger gebruikte namen Pennisetum compressum of Pennisetum japonicum verkrijgbaar. Deze in ons klimaat redelijk winterharde plant maakt met haar smalle, grijsgroene bladeren halfbolvormige, 30-90 cm hoge pollen. Vanaf september verschijnen dan de aanvankelijk witachtige, later roze, bruinachtige of bruinrode bloemaren, 50-80 cm boven de bladeren. In een koude zomer kan het gebeuren dat de planten niet gaan bloeien. Een standplaats in de volle zon is dan ook noodzakelijk. In het najaar nemen de pollen zeer aantrekkelijke, maïsgele tinten aan. Het ras ‘Hameln’ is wat sierlijker en blijft ongeveer 10-20 cm lager. Deze planten bloeien al vanaf augustus.
Pennisetum orientale heeft ongeveer 30 cm hoge, grijsgroene bladpollen, die in het najaar niet verkleuren. Bijzonder decoratief zijn de zilverachtige roze bloemen op de 50-70 cm hoge stengels. Deze verschijnen al vanaf juli en blijven in de meeste gevallen goed tot oktober. Deze vaste plant is volledig winterhard.
Pennisetum setaceum is in ons klimaat soms wel, soms niet winterhard. Laat de planten in het najaar staan en wacht in het volgende voorjaar af wat er gebeurt. De 25 cm lange bloeiwijzen hebben roze tot purperen tinten en verschijnen van augustus tot oktober op 70-120 cm hoge, ruwe stengels boven de 40-70 cm hoge, grijsgroene pollen van eveneens ruwe bladeren. Het ras ‘Rubrum’ valt op door de roodachtige bladeren.
Pennisetum villosum behoort wat de winterhardheid betreft, eveneens tot de twijfelgevallen. De witachtige bloeiwijzen zijn slechts 10 cm lang en bijzonder pluizig. Ze verschijnen van augustus tot oktober op 60 cm hoge stengels, boven slechts 30 cm hoge, grijsgroene bladpollen.
 |
Eigenschappen
Soort:
Bloeiperiode:
Bijzonderheden:
Standplaats:
Grond:
Hoogte tot:
Latijns/wetenschappelijke naam:
|
De standplaats van de Pennisetum
Pennisetum is een verrijking voor elke tuin, waarin de nadruk op het najaar ligt. In een border met vaste planten die in het najaar op hun hoogtepunt zijn, mag dit siergras niet ontbreken. Als droogbloemen worden vooral de veelal eenjarige soorten P. setaceum en P villosum aanbevolen. Aan de rand van een vijver zijn Pennisetum alopecuroides en Pennisetum setaceum op hun plaats. Ook in een rotstuin maakt pennisetum goede sier.
Onderhoud het jaar rond
| Voorjaar | Zomer | Najaar |
| Eenjarige soorten vanaf maart binnenshuis zaaien. Gekochte of zelf opgekweekte planten kunnen vanaf mei in de volle grond. Overwinterde planten tot een handbreed boven de grond terugsnijden en bemesten. Oude planten opgraven en delen. | Bij droogte regelmatig water geven. Bloeiende halmen voor droogboeketten snijden. | De wortelzone van meerjarige soorten en rassen met bladeren of takken beschermen. Bladeren en halmen laten staan. Ze zijn ook in de winter mooi. |
| Tips bij het kopen | Tips van de prof | Licht en grond | Problemen |
| Koop in het voorjaar compacte, meerjarige grassen in potten of het zaad van eenjarige soorten. Koop nooit meerjarige grassen in te kleine potten. Neem voor het zaaien van eenjarige soorten geen oud zaad. Controleer de datum. | Meerjarige soorten hebben twee keer per jaar mest nodig. Geef elke plant in april, mei en juni 10 g minerale volledige mest. Voor droogboeketten snijdt u de aren pas af als ze volledig open zijn. Ondersteboven laten drogen. | Volle zon. Pennisetum geeft de voorkeur aan een zonnige en warme standplaats. In de schaduw zullen de planten niet bloeien. Humusrijke, doorlatende grond. Pennisetum gedijt niet in droge, zandige of verdichte grond. | Pennisetum is ongevoelig voor ziekten en plagen. De meerjarige soorten sterven echter na enkele jaren af. Daarom verdient het aanbeveling de planten om de paar jaar te delen. De pollen uitgraven, het midden eruit snijden en vernietigen. Alleen de krachtige delen van de buitenkant terug planten. |
