De keuze aan asters is bijzonder groot. Dit plantengeslacht omvat ongeveer 600 verschillende soorten, waaronder talrijke die al lange tijd als tuinplanten populair zijn. Deze worden door de handel in talloze rassen en in uiteenlopende kleuren aangeboden. Ze worden naar bloeiperiode ingedeeld.
Tot de voorjaars- en zomerbloeiers behoort onder andere de alpenaster (Aster alpintis). Deze kan een hoogte van 15-30 cm bereiken en draagt per stengel slechts één bloem. Ze bloeit in mei en juni. De maximaal 60-80 cm hoog wordende zomeraster (Aster amellus) bloeit in juli en augustus. Van beide soorten zijn talloze rassen verkrijgbaar die in violette, roze, witte en blauwe tinten bloeien.
Nog groter is de keuze in de groep van de najaarsbloeiers. Hiertoe behoren onder meer de talrijke rassen van de lage herfstaster (Aster Dumosus Groep) met een hoogte van 15-50 cm. De rassen van de behaarde Herfstaster (Aster novae-angliae), kunnen tot ongeveer 150 cm hoog worden. Het bekendst zijn de zeer sterke rassen van de onbehaarde Herfstaster (Aster novi-belgii). Ze bloeien in alle denkbare tinten violet, lila, lavendelblauw, karmijn- en purperrood tot roze en wit.
Deze vaste plant soorten mogen niet worden verward met de eenjarige (Callistephus chinensis). Dit zijn zomerbloemen in talrijke rassen, die ook als snijbloemen van grote waarde zijn.