Aftappen van de cv installatie is een karweitje dat niet zo vaak zal voorkomen. Het is ook niet goed om de installatie vaak af te tappen en bij te vullen. C.V.-water gaat op den duur steeds minder zuurstof bevatten en zuurstofarm water tast de installatie minder aan. Door het bij te vullen, brengt u weer vers water met zuurstof de installatie in. Beperk dit dus zoveel mogelijk.

Aftappen van het c.v.-water is absoluut noodzakelijk bij werkzaamheden zoals het tijdelijk verwijderen van een radiator. Het aftappen van het water gebeurt bij het laagste punt van de installatie. Dit kan soms via de vulkraan gebeuren, maar meestal is er een apart aftappunt in het leidingnet opgenomen.

Hierop bevestigt u de slang, die u vervolgens naar een lozingspunt op het riool leidt. Daarna draait u de aftapkraan open. Als er bijna geen water meer uitkomt, moet u de installatie openzetten. Het laatste beetje water kan nu uit de installatie lopen. Wanneer u met de klus gereed bent, gaat u in omgekeerde volgorde te werk. Zodra het water uit de bovenste ontluchtingsventielen komt, moet u ze sluiten en de installatie op druk brengen. Daarna moet u nog wel even alle radiatoren nalopen, om te controleren of daar nog lucht in zit. Dit doet u zoals beschreven in klus 10. Desnoods herhaalt u dit een aantal malen.