Veilig werken met elektriciteit, het aanraken van een draad of contactpunt waarop een spanning van 230 V staat, kan levensgevaarlijk zijn. Toch betekent dit absoluut niet dat het werken aan lichtschakelaars, stopcontacten of wand- en plafonddozen ook levensgevaarlijk is. Voorwaarde is dat u twee regels altijd in acht neemt.
Stop uitschakelen
Schakel altijd eerst als u met elektriciteit gaat werken de bijbehorende groep in de meterkast uit (of schroef hem eruit als het een ouderwetse smeltzekering is), dan heeft u gegarandeerd geen spanning meer. Bij een moderne meterkast gaat dat met zwarte schakelaars, waarbij moet zijn aangegeven bij welk deel ze behoren (bijvoorbeeld ‘woonkamer’). Als de schakelaar omhoog staat is er spanning, als hij omlaag staat niet.
Mocht de ruimteaanduiding ontbreken, probeer dan een voor een alle schakelaars tot u de juiste hebt gevonden. Dan is er ook nog de hoofdzekering, een bredere schakelaar (of een dikkere smeltzekering). Als u die uitschakelt bent u helemaal veilig, maar dan heeft u nergens meer stroom en kunt dus ook geen licht maken of elektrisch gereedschap gebruiken.
Hebt u de groep of hoofdschakelaar uitgeschakeld, probeer er dan voor te zorgen dat deze niet meer kan worden ingeschakeld. Er zijn speciale vergrendel klemmen voor op de markt, maar de meterkast deur op slot doen kan ook. En hang er een briefje bij, waarom de stroom is uitgeschakeld.
Spanning controleren
Test altijd met een spanningzoeker of duspol of er inderdaad geen spanning meer op staat, ook al hebt u de groep uitgeschakeld. Als er fouten zijn gemaakt bij de installatie of er zit een defect in de leidingen, kan het nog steeds gevaarlijk zijn, ook als de zogenaamd goede groep uitgeschakeld is. Het is bijvoorbeeld niet zeker dat als in een kamer de lampen het niet meer doen, er ook op de stopcontacten geen spanning meer staat. Bij slordige installatie kunnen die bij verschillende stoppen zijn ondergebracht.
En controleer ook altijd de spanningzoeker of duspol op een goede werking, dit doet u voordat u de groep uitschakelt.
Als u iets aan een lamp doet, of aan de stroomdraad ervan, is het beslist niet genoeg om de lichtschakelaar uit te doen. Als u bijvoorbeeld een lamp vervangt is het levensgevaarlijk om alleen maar eerst met de wandschakelaar ‘het licht uit te doen’. Het is namelijk mogelijk dat de schakelaar niet de gevaarlijke fasedraad met zijn 230 V onderbreekt, maar in plaats daarvan de nuldraad. Dat werkt even goed, maar u hebt op de lamp nog steeds de volle 230 V spanning.
Andere belangrijke regels
Houd kinderen uit de buurt als u met elektriciteit bezig bent. Ze kunnen de gevaren ervan niet inschatten. Laat geen karwei half afgemaakt liggen en zorg er bij een onderbreking voor, dat er geen draden of kabels open liggen, dat kan voor derden levensgevaarlijk zijn. Werk rustig en bedachtzaam; onder stress kunt u gevaarlijke fouten maken. Gebruik alleen nieuw materiaal; beschadigde leidingen moeten bijvoorbeeld niet worden opgelapt, maar horen op de vuilnisbelt. Als u deze regels zorgvuldig in acht neemt, kunt u eenvoudige elektrische klusjes best zelf uitvoeren. Wilt u nog meer weten, kijk dan op SZW arboportaal