Het elektrische systeem in uw huis begint in de groepenkast (meterkast). Via de huis aansluitkast komt de voedingskabel van het elektriciteitsbedrijf de woning binnen. Dit is een verzegelde kast met daarin de hoofdzekering, die u altijd dicht moet laten: het verbreken van de zekering is gevaarlijk en kan u bovendien een hoge boete van het energiebedrijf opleveren.
Van de huis aansluitkast gaat de leiding naar de elektriciteitsmeter. Vaak vormen ze één geheel. Officieel heet de elektriciteitsmeter de kilowattuurmeter. U betaalt namelijk voor het aantal kilowatturen (kWh) dat u verbruikt. Verder bevindt zich in de oudere meterkasten, meestal boven de meter, de hoofdschakelaar, waarmee u de hele elektrische installatie in de woning kunt uitschakelen.
Van de hoofdschakelaar loopt de leiding naar de groepenkast (meterkast): te herkennen aan de zekeringhouders met daarboven steeds een schakelaar. Vroeger waren de woningen uitgerust met één groep en dus met één zekering, omdat er relatief weinig elektriciteit werd verbruikt. Tegenwoordig hebben woningen altijd 6 of meer groepen. Dit is nodig omdat door het veel grotere elektriciteitsverbruik (diepvriezer, wasmachine, oven, enzovoort) de installatie meer belast wordt. Het voordeel van meer groepen is bovendien dat bij reparatie niet de hele installatie behoeft te worden uitgeschakeld, maar slechts één van de groepen.
Elke groep is beveiligd tegen kortsluiting of overbelasting door middel van een installatie automaat, maar in oudere types d.m.v. smeltveiligheiden(meestal de ‘stop’ genoemd). Aan de automaat of stop kunt u zien welke belasting de groep verdragen kan. De meest voorkomende types die u thuis vindt zijn automaten en stoppen van 6, 10 of 16 ampère (groen, respectievelijk rood en grijs). Tussen de stoppen zit er verschil in de dikte van de pen. De diameter van deze pen wordt groter naarmate de stop zwaarder wordt. Deze pen valt in een pasmoer of pasring binnen in de zekeringhouder. De pasring heeft dezelfde kleurencode als de stop.
Een nieuwe groepenkast (meterkast) word met een aardlekschakelaar uitgerust. Dit is een extra beveiliging van de elektrische installatie in de woning. Bij elektrische leidingen is er een aanvoer en afvoer van stroom: dezelfde hoeveelheid stroom die de installatie ingaat, komt er ook weer uit. ‘Lekt’ er nu onderweg ergens stroom, dan wordt dit gesignaleerd door de aardlekschakelaar, die de stroom direct uitschakelt.
Om te controleren of de aardlekschakelaar nog goed functioneert, is er een test knopje aangebracht waarmee u een ‘stroomlek’ kunt nadoen. De aardlekschakelaar moet hierop reageren. Het is goed om deze controle eens per maand uit te voeren.