Met een afvoerputje is uw terras na een fikse regenbui snel weer droog. Ook bij het schrobben en schoon spuiten, heeft u veel plezier van een afvoerputje in de tuin.
Voor een afvoerputje is een afvoer nodig, bijvoorbeeld een aansluiting op het riool. Een regenpijp tegen de (achter)-gevel biedt een voor de hand liggende oplossing. Heeft u die niet, dan kan aansluiting worden gezocht op de afvoerbuis onder het huis. Maar dan moet die wel via de kruipruimte bereikbaar zijn.
Alle soorten en maten
Afvoerputjes in de tuin worden ook wel vloerputten genoemd. Hoewel ze in principe allemaal hetzelfde werken, zijn de putjes in diverse uitvoeringen verkrijgbaar, waarbij materiaal, maatvoering (inbouwdiepte) en manier van aansluiten kunnen verschillen. Er zijn vierkante, langwerpige, en ronde puthuizen van kunststof, aluminium en roestvast staal. De veelal vierkante rand met rooster zijn meestal van metaal, aluminium en/of roestvast staal, maar ook kunststof en zelfs tegels komt voor.
Het uitneembare, kunststof emmertje dient als vuilvanger. De uitlaat, aan de zij- of onderkant, bepaalt de effectieve inbouwdiepte en heeft een aansluiting voor 50, 75 of 110 mm buis. Ook de hoogte van het water- of reukslot kan verschillen. Hoe groter deze maat, des te langer duurt het voordat het water er in verdampt en de stank van riool gassen alsnog vrijkomt.
Een geschikte plaats
Net als de afvoerplug van een douchebak dient het putje op het laagste niveau in het terras geïnstalleerd te worden. Als het terras of de plaats waar u het schrobputje wenst zich daarvoor niet leent, moet u het terras opnieuw naar het schrobputje op afschot (circa 2 cm per meter) bestraten. Heeft u een buitenkraantje tegen de gevel, dan is het praktisch het putje daaronder te installeren.
Goede doorstroming
Voor een goede doorstroming dienen (horizontale) grondleidingen met een gelijkmatige helling, circa 0,5 cm per meter, op afschot naar de aansluiting op het riool gelegd te worden.
Afvoerputje in de tuin aanleggen, aansluitmogelijkheden
De manier waarop een schrobputje aangesloten wordt, is sterk afhankelijk van de situatie. Enkele belangrijke aspecten zijn: de plaats van aansluiting op het riool en het materiaal van de grondleiding. Voor elke situatie is een oplossing met geschikte hulpstukken. Dit artikel gaat uit van enkele veel voorkomende situaties.
Aansluitmogelijkheid 1
Komt het putje direct boven de grondleiding, dan kunt u het met een T-stuk of een opzetstuk aansluiten. In alle andere gevallen sluit u met een pijp aan, ook als u aansluit op een leiding onder het huis. Het laatste is echter ongunstig omdat u dan met een mantelbuis door de fundering moet. Aansluiting met een opzetstuk op een pvc (grond) leiding is eenvoudig. U maakt in de bovenste helft van de leiding een gat, iets groter dan de aansluiting van het opzetstuk. Dan lijmt u, na de pvc leiding te hebben schoongemaakt, het opzetstuk eroverheen.
Aansluitmogelijkheid 2
Indien de situatie het toelaat, kunt u het putje ook in plaats van de regenpijp op de afvoer aansluiten. Graaf de aansluiting uit, verwijder het ondereind van de regenpijp en plaats het putje eventueel met een verloop op de vrijgekomen aansluiting. Kort het ondereind van de regenpijp in en zet deze – eventueel met een extra muurbeugel – aan de onderkant tegen de gevel vast. Voor balkons, terrassen en daken zijn er vloerputten met en zonder afneembaar doorvoerrooster. Deze worden op dezelfde wijze geïnstalleerd als het schrobputje onder de regenpijp, met dit verschil dat de onderkant van de regenpijp in de doorvoer van het rooster wordt gestoken.
Aansluitmogelijkheid 3
In de meeste gevallen is de regenpijp tegen de achtergevel met een bocht aangesloten op de grondleiding van het riool onder het huis. Voor aansluiting van een putje kunt u de bocht vervangen door een T-stuk of deze aansluiting boven de bocht met een T-stuk uitbreiden.
Om stankoverlast door rioolgas tegen te gaan, kan de regenpijp in de grond met een sifon (waterslot) zijn aangesloten. Omdat een schrobputje al een waterslot heeft, kunt u deze zowel voor als achter de eventueel aanwezige sifon aansluiten. Een en ander is afhankelijk van de diepte van de grondleiding en de inbouwhoogte van het putje. Voor afvoerleidingen van regenwater, ook wel hemelwaterafvoer genoemd, gelden andere diametermaten (o.a. 70, 80 en 100 mm) als voor leidingen voor riool en afvalwater (o.a. 50, 75, 90, llO mm). Voor onderlinge aansluitingen zijn echter verloopstukken verkrijgbaar.
