Een houtboor is een benaming die aanvankelijk alleen sloeg op de houtboren die in de booromslag werden gebruikt, dus voor het uit de hand boren. Voor het (meer en meer in gebruik geraakte) machinaal boren is een speciaal type houtspiraalboor ontwikkeld. Beide zijn gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. De houtspiraalboor heeft een vierkant afgeplatte ‘kolf’ (onderzijde) en niet-cilindrische spiraalgangen, indien hij voor een booromslag is bestemd.
De houtspiraalboor voor gebruik in de boormachine is geheel cilindrisch (overal even dik, en rond], bezit spiraalgangen die sterk lijken op die van de metaalboor, en is bovendien voorzien van een scherpe centreerpunt, in het midden van de tot ‘voorsnijder’ gevormde boorpunt. Met laatstgenoemd boortype kan eventueel wel uit de hand worden geboord (dus geplaatst in een booromslag), maar voor booromslagen bestemde boren met vierkante kolf kunnen beslist niet in combinatie met de boormachine worden gebruikt.