Een dakraam plaatsen lijkt een geweldig moeilijke en gevaarlijke klus, maar samen met een vriend of buurman is het gemakkelijk in één dag te doen. Speciaal gereedschap of moeilijke technieken komen er niet aan te pas. De montage van het raam kan geheel van binnenuit worden uitgevoerd – het enige dat kan vallen zijn dakpannen.

Dakraam plaatsen

Plaats maken voor het raam
Een fors tuimelraam kan uw zolder(kamer) met een minimale investering in tijd en moeite aanzienlijk leefbaarder maken. Dergelijke houten of kunststoframen zijn veel gemakkelijker te monteren dan bijvoorbeeld een dakkapel, en kunnen moeiteloos worden schoongemaakt. Ze zijn – al dan niet als een compleet doe-het-zelfpakket – verkrijgbaar in maten van ca. 40×80 cm tot 120×140 cm.

Nadat u het raam heeft uitgepakt en gedemonteerd, gaat u de voorlopige plaats in het dak bepalen. Houd er rekening mee dat het venster veel meer licht en lucht kan doorlaten als u het bovenste deel van het kozijn horizontaal aftimmert, en het onderste verticaal. Als u het raam loodrecht op het dakvlak aftimmert, komt het in een soort doos te zitten, waardoor lichtval en ventilatie worden belemmerd.

Als het raam tussen de gordingen past (of tussen de sporen, bij een sporenkap) hebt u het minste werk. In de meeste gevallen zal het echter nodig zijn een gording te doorbreken, met als gevolg dat de draagconstructie van het dak moet worden aangepast. Teken de gunstigste plaats af op het dakbeschot (let wel: dit is een voorlopige plaatsbepaling) en zaag in het midden ervan, naast de gording, een gat van ongeveer 50×50 cm uit. Dat gaat het best met een decoupeerzaag; boor eerst gaten (10-20 mm) op de hoekpunten. Ga op een stevige trap staan, steek uw bovenlichaam door het gat en verwijder de benodigde dakpannen, waarbij u van links naar rechts en van boven naar beneden werkt. Nu kunt u de definitieve hoogte van de onderdorpel van het tuimelraam bepalen. Onder het tuimelraam moeten altijd hele dakpannen liggen; een centimeter of 8 daarboven begint het raam. Meet nu uit waar de zijkanten van het raam moeten komen (de maten worden in de documentatie van het raam gegeven). In de meeste gevallen moet de afstand tussen de zijkant van de pan en de zijkant van het kozijn aan weerszijden ongeveer 4 cm zijn.

Dit alles speelt zich aan de buitenzijde van het dak af: om de precieze plaats van het raam naar de binnenzijde over te brengen slaat u op de hoekpunten vier draadnagels door het dakbeschot, waarna u het raam van binnenuit aftekent en uitzaagt. Voor u de gording(en) doorzaagt, moet u ze stutten door er schoren tegen te spijkeren. Zaag aan weerszijden van de opening de dikte van de steunbalken (slapers) extra weg. U kunt de gordingen het best doorzagen met een handzaag, die u met de tanden naar boven houdt. Zaag de slapers op maat en spijker ze vast aan de gordingen met draadnagels van 125-150 mm lang. Kort ten slotte de panlatten aan weerszijden van de opening in om plaats te maken voor de zijgoten van het raam; meestal is een centimeter of 10 genoeg. Spijker de overblijvende uiteinden van de panlatten vast, indien nodig.

Het plaatsen van het kozijn
Als het goed is, hebt u nu een opening waar het raamkozijn perfect op past. Steek het diagonaal door de opening en schroef het op één plaats vast. Stel de onderdorpel van het kozijn met behulp van een waterpas en controleer of het kozijn haaks is, voor u het met de andere schroeven aan de zijkanten vastzet op het dakbeschot. Bij het waterdicht afwerken van de overgang tussen het kozijn en het dak werken we steeds van beneden naar boven. Eerst moet dus de loodslab onder het raam worden uitgerold over de pannen en wordt de onderste afdeklijst weer vastgeschroefd. Dan komen de gootstukken aan weerszijden met de afdeklijsten en ten slotte het bovenste goot-stuk. Zet alles goed vast en klop de loodslab met een rubber hamer voorzichtig over de pannen. Pas op dat er geen scheuren in komen; eventueel uitstekende puntjes slijpt u met een haakse slijper van de pannen. De haakse slijper (met een schijf voor steenachtige materialen) hebt u ook nodig om de pannen aan weerszijden en boven het raam op maat te slijpen. Meestal is een extra ondersteuning nodig voor de pannen die over de bovenste goot vallen; als die niet bij het raam is geleverd moet u ze zelf maken van een panlat. Het is natuurlijk essentieel dat u nergens in de goten boort of ze beschadigt.

Afwerking
Hoewel dakramen tegenwoordig van tochtstrippen rondom zijn voorzien, loont het de moeite extra tochtwering van binnenuit aan te brengen. Een bus pur-schuim doet hier wonderen. Spuit echter niet te veel achter de pannen: pur zet sterk uit en is in staat om dakpannen op te tillen! Zoals gezegd: het is fraaier om het dakraam uitlopend af te timmeren (bij de bovendorpel horizontaal en bij de onderdorpel verticaal), maar dat is ook iets moeilijker, vooral bij een modern dakbeschot uit isolatieplaten. Gebruik 12 mm watervast multiplex en latjes van ongeveer 10×40 mm voor het afwerken. Als u een verticale afwerking aan de onderzijde hebt, kunt u direct een vensterbank monteren.