Het juiste meetgereedschap

Alle vakwerk begint met passen en meten. Daarom is het juiste meetgereedschap belangrijk. In principe hebt u genoeg aan een rolmaat, een duimstok en een schuifmaat, maar gebruik het gereedschap vooral voor het doel waarvoor het is ontworpen.




Rolmaat

Rolmaat
Met de buigzame en intrekbare rolbandmaat met maatindeling kun je rechte en ronde voorwerpen meten. De band heeft meestal een lengte van 2 m en een breedte van 1 cm. Er bestaan ook langere en bredere uitvoeringen, maar die raken snel vervormd. Rolbandmaten van goede kwaliteit zijn voorzien van een verwisselbare band, beschermd door een fijne plasticlaag en zijn uitgerust met een blokkeer knop.




Waterpas

Waterpas
Dient om na te gaan of een oppervlak gewelfd of vlak is. Een goede waterpas moet 60 cm lang zijn. Er bestaan houten en metalen uitvoeringen: een metalen waterpas raakt minder snel vervormd. Het waterpas moet horizontale en vertikale libellen bevatten voor horizontale en vertikale controle. Plastic libellen zijn beter dan glazen omdat ze slechts zelden breken en makkelijk vervangbaar zijn. Een goede waterpas heeft vaak een kijkvenstertje in het metalen oppervlak boven de centrale libel. Laat dit precisie-instrument nooit vallen, daar het makkelijk ontregeld wordt.




Duimstok

Duimstok
Een onontbeerlijk gereedschap om nauwkeurig en zonder steun te meten. Een goede duimstok is gemaakt van hardhout of metaal, wat voor meer stevigheid zorgt. De delen worden samengehouden door metalen scharnieren; een duurzame beschermlaag voorkomt dat de maatindeling snel onleesbaar wordt. Vele modellen hebben metalen plaatjes op die plaatsen die gemakkelijk kunnen beschadigen.




Winkelhaak of schrijfhaak

Winkelhaak
Dient om de haaksheid af te tekenen of te controleren en om parallellijnen en verticale lijnen op vlakken te trekken. Behalve de gewone maatindeling bezitten beide armen vaak andere schaalverdelingen die nuttig zijn voor timmerlieden.




Combinatiehaak

Combinatiehaak
Dit is een veelzijdig instrument voor het aftekenen of controleren van 90° of 45°. Men gebruikt het voor dieptemeting en voor korte stukken ook als waterpas. De combinatiehaak is voorzien van twee traceringspunten – het ene vast, het andere op een verschuifbare meetlat. Met een grote verstelschroef kan de haak worden losgeschroefd en op elke plaats van de meetlat worden vastgezet. De combinatiehaak is meestal van gietijzer gemaakt.




Zwaaihaak

Zwaaihaak
Dit gereedschap, dat ook wel de zwei wordt genoemd, dient om schuine hoeken, niet van 90° of 45°, af te tekenen of over te brengen. Wanneer hoeken op tekeningen moeten worden overgebracht, wordt de zwaaihaak gebruikt in combinatie met een gradenboog, die het blad van de zwaaihaak leidt. Met een vleugelmoer wordt de hoek gevormd door het blad en het blok ingesteld.




Priem

Priem
Een onontbeerlijk gereedschap om precies aan te duiden waar geboord moet worden. Door het hout voor te priemen kan de boor niet meer van plaats verlopen. De priem wordt ook gebruikt om gaten voor schroeven voor te priemen en om lijnen op metaal of hout te trekken.




Slaglijnmolen

Slaglijnmolen
Om rechte lijnen op muren en plafonds te trekken. De slaglijnmolen bestaat uit een 15 tot 30 meter lange slaglijn, die opgerold zit in een met krijt gevuld huis. Trek de slaglijn naar je toe en laat ze dan terugspringen; op het oppervlak waarmee ze in contact komt, laat ze een wit spoor achter. Opgehangen aan een spijker kan de slaglijnmolen ook als schietlood worden gebruikt om verticale lijnen te trekken. De slaglijn en het krijt kunnen worden vervangen.




Centerpons

Centerpons
Maakt een moet in het metaal om een goed boorbegin te maken, zodat de boor niet kan verlopen. De centerpons moet van gehard staal zijn, zodat de hamerslagen verwerkt kunnen worden en de punt niet stomp wordt. Het ene einde is vierkant om de centerpons niet te laten wegrollen.