De tere bloeiwijzen van ruit zetten in de tuin de hele zomer opvallende accenten. De blauwgroene, fijn gestructureerde en geveerde bladeren zijn van het voorjaar tot het invallen van de vorst aantrekkelijk.

De akeleiruit (Thalictrum aquilegifolium) heeft haar naam te danken aan de bladeren, die sterk op die van Akelei lijken. De plant wordt 80-120 cm hoog en bloeit van mei tot juli met roze tot bleek violette, pluizige bloempluimen. ‘Album’ is een ras met zuiver witte bloemen, terwijl ‘Purpureum’ in een roodachtig violette en ‘Thundercloud’ in een blauwachtig violette tint bloeien.

De poelruit (Thalictrum flavum) bloeit in juli en augustus met dichte, langwerpige, gele pluimen. In een stralende, citroengele tint bloeit ‘Illumination’, een ras van de ondersoort Thalictrum flavum ssp. glaucum.

De Chinese ruit (Thalictrum delavayi) komt uit China. Kenmerkend zijn de losse, hoge, roze violette bloempluimen. ‘Hewitt’s Doublé’ heeft violet roze, gevulde bloemen, ‘Album’ bloeit zuiverwit. De soort en de rassen kunnen een hoogte bereiken van maximaal 2 m.

Ruit Eigenschappen

Soort:

    Meerjarig

Bloeiperiode:

    Mei, Juni, Juli, Augustus

Bijzonderheden:

    Gemakelijk te verzorgen, Goede snijbloem

Standplaats:

    Zon, Halfschaduw

Grond:

    Doorlatend, Humusrijk

Hoogte tot:

    2 m

Latijns/wetenschappelijke naam:

    Thalictrum

De standplaats van de Ruit

Akeleiruit en poelruit zijn inheemse gewassen die in België vrij zelden, maar in het westen van Nederland algemeen voorkomen langs de grote rivieren. Ze hebben een vochtige standplaats nodig. Ze doen het uitstekend aan de rand van tuinvijvers, onder lichte houtige gewassen of op halfbeschaduwde plaatsen voor hagen. Een plaats in de halfschaduw voor en tussen houtige gewassen is ideaal voor de Chinese ruit. Daar vinden de hoge, kwetsbare bloemstengels natuurlijke steun. Op vrije, aan de wind blootgestelde plaatsen moet u zelf voor de benodigde steun zorgen. De pluizig bloeiende planten leveren ook aparte snijbloemen op, vooral aantrekkelijk in combinatie met andere ‘wilde’ bloemen.

Onderhoud het jaar rond

Voorjaar Zomer Najaar
Plant ruit in maart in goed voorbereide grond. Deel de planten slechts om de vier tot zes jaar. Het neemt namelijk twee tot drie jaar in beslag voor de planten hun volledige hoogte weer hebben bereikt. Geef bij droogte regelmatig water, zodat de planten niet uitdrogen. Met versnipperde boomschors of gemaaid gras houdt u de grond vochtig. Een andere tijd om te planten is de maand oktober. Ruit kan gemakkelijk door zaaien worden vermeerderd. Oogst het zaad pas als het volledig rijp is en bewaar het koel en droog. Tussen januari en april in kisten zaaien.
Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
Koop in het najaar of vroege voorjaar compacte, goed vertakte jonge planten. Koop nooit planten met lange, dunne scheuten of planten die al bloeien. Grote en oudere planten hebben vaak moeite met inwortelen. U kunt de planten vermeerderen door ze in oktober uit te graven en in een aantal exemplaren te delen, die u vervolgens apart plant. Aanraking met de blote huid kan allergische reacties veroorzaken. Draag daarom handschoenen. Halfschaduw, ook zon. Ruit soorten wensen halfbeschaduwde plaatsen voor of onder hoge houtige gewassen. Zon verdragen ze alleen als de grond vochtig is. Doorlatende, vochtige grond, die met organisch materiaal is verrijkt. Ruit wordt nauwelijks door plagen aangetast. Toch kan bij mild en vochtig weer echte meeldauw optreden. Deze schimmelziekte manifesteert zich door een witte, poederachtige aanslag op de onderkant van de bladeren. Verwijder en vernietig alle aangetaste delen van de plant om verspreiding van de ziekte te voorkomen.