De riolering is het stelsel van putten, buizen en hulpstukken dat aangesloten wordt op het gemeenteriool. Waar dit ontbreekt, zullen speciale voorzieningen moeten worden getroffen om afval probleemloos te kunnen lozen.

Riolering

Materiaal en hulpstukken
Vroeger werd de riolering gemaakt van gietijzer, lood of gresbuizen (aardewerk). Tegenwoordig gebruikt men hoofdzakelijk kunststof dat goed te verwerken is. Wanneer u zelf leidingen gaat aanleggen, moet u zich wel nauwkeurig houden aan de voorschriften voor het lijmen en bevestigen van de buizen die wij hier beschrijven. Voor u echter aan lijmen en bevestigen toe bent, moet u eerst afvoerbuizen met de juiste diameter kiezen. Om te weten te komen welke diameter u nodig heeft voor de aansluiting van een sanitair toestel, kunt u de tabel raadplegen. U kunt hieruit ook aflezen of de diameter van de bestaande afvoer nog voldoet als u een nieuw toestel bij gaat plaatsen.

Het meest voorkomende materiaal voor kunststof leidingen is PVC (polyvinylchloride). PVC-buizen kunt u zonder bezwaar gebruiken voor temperaturen tot 65 °C. De dikwandige uitvoering van deze buizen kunt u gebruiken voor de wasmachine: deze zijn kortstondig bestand tegen een temperatuur van 90 °C.

Naast kunststof buizen zijn er nog hulpstukken als bochten, T-stukken en moffen in de handel. De verschillende onderdelen kunt u met lijm verbinden. Ook zijn er hulpstukken die zijn voorzien van een rubber afdichtingsring. Deze worden in elkaar gestoken en niet gelijmd. Bij het aansluiten van een sanitair toestel zult u een nieuwe leiding met de bestaande leiding moeten verbinden. Bij het aansluiten van bestaande kunststof buizen op nieuwe kunt u gebruik maken van een T-stuk.

Riolering

Montage
Alle sanitaire toestellen en keukenafvoeren, zoals (vaat)wasmachine, aanrecht, en dergelijke, worden op de binnenriolering aangesloten. De aansluiting van toestel naar riolering moet bij voorkeur kort zijn om zo weinig mogelijk kans op verstopping te krijgen en moet zij stankvrij zijn (sifon) en eventueel demontabel voor ontstopping. Een lucht- en waterdichte verbinding is eveneens vereist. Waar geen sifon kan worden geplaatst, zal elders bij voorbeeld in een put een stankscherm moeten worden aangebracht. Alle genoemde afvoeren worden op hun beurt waterdicht en stankvrij aangesloten op de binnenriolering. Ook deze buizen zijn over het algemeen van kunststof, of van gietijzer, asbestcement en soms van gres.

Leidingen zetten uit en krimpen bij wisselend warm- en koudwatertransport. Op plaatsen waar de leidingen door wanden of vloeren van steenachtig materiaal lopen, moet u daarom mantelbuis aanbrengen. U kunt hiervoor een stukje PVC-pijp gebruiken met een diameter die ongeveer 1 cm groter is dan de leiding en met een lengte die overeenkomt met de dikte van de vloer. De naad tussen mantelbuis en koperen buis aan boven- en onderkant moet u afdichten met elastische kit (bij voorbeeld siliconenkit) om geluidlekken te voorkomen. Bij vloeren kan een slechte afdichting wateroverlast veroorzaken.

Bij een houten vloer wordt de leiding tussen de balklaag door geleid, waarbij van tevoren moet worden vastgesteld hoe het leidingbeloop moet zijn om de balklaag niet te verzwakken. Bij een kruipruimte wordt de riolering hierin opgehangen. De verticale afvoer, standleiding genoemd, wordt zo mogelijk geplaatst in of achter een kast, ingemetseld of omkokerd met plaatmateriaal. De standleiding wordt doorgetrokken tot boven het dak. Dit stuk leiding (beluchtingspijp) heeft dezelfde diameter als de standleiding zelf. Onderdruk in de leidingen is nu niet meer mogelijk door de open verbinding met de buitenlucht.

Buitenriolering
De binnenriolering loost uiteindelijk op putten buiten de woning. Ook binnen de woning bevinden zich meestal putten: schrobputjes in bad, keuken, schuur of garage, soms een vetvang- of ontstoppingsputje. De putten in de buitenriolering kunnen traditioneel gemetseld zijn of geprefabriceerd. Ze zijn voorzien van een stankscherm en een (afneembaar) deksel. Veelal worden de hemelafvoeren ook via zo’n put (dus stankvrij) op de buitenriolering aangesloten. Het materiaal voor buitenriolering is kunststof, soms nog gres of beton. De diameter is evenals binnen afhankelijk van de af te voeren hoeveelheid, waarbij buiten meer moet worden afgevoerd (regenwater, schrobput, terras, garage) dan binnen. De leidingen worden op afschot en met voldoende gronddekking naar het gemeenteriool gelegd en hierop door de gemeente aangesloten.