Multiplex wordt gemaakt van een oneven aantal (meer dan vier) bladen van constructie fineer, die tegen elkaar aan worden gedrukt, waarbij de draadrichtingen elkaar om beurten kruisen. Hoe groter het aantal fineerbladen is, des te sterker is het multiplex. De reden waarom een oneven aantal bladen wordt gebruikt, is dat de plaat multiplex zo stabiel mogelijk moet zijn en zo weinig mogelijk moet trekken.

Multiplex

Het proces van het symmetrisch opbouwen verloopt als volgt: Als twee fineerbladen, a en b, aan elkaar worden bevestigd, veroorzaken de spanningen, die ontstaan door de lijmlaag en die in het hout zelf aanwezig zijn, kromtrekking. Gebruikt men twee fineerbladen van het type b, die aan weerszijden van het type a worden vastgemaakt, dan worden de spanningen opgeheven. Dit is het principe van triplex (drie lagen fineer). Men kan nieuwe fineerbladen toevoegen steeds aan elke kant één en zo doorgaan tot elf. Een combinatie van 2, 4, 6, 8, of 10 bladen kan niet, want dan trekken de platen krom; 3, 5, 7, 9 of 11 bladen is wel mogelijk.

Multiplex kan evengoed nog buigen en doet dat soms ook, zelfs al gebruikt men het juiste aantal bladen. Dit komt doordat geen twee fineerbladen hetzelfde zijn en de spanningen nooit helemaal kunnen worden opgeheven. Een andere factor die kromtrekking kan veroorzaken, is nat maken of verhitten van één kant van de multiplexplaat. Hierdoor wordt het fineer uitgerekt of samengedrukt, waardoor vervorming ontstaat.

Afmeting en kwalificatie
De lengten en breedten van multiplex worden gewoonlijk in centimeters (cm) gegeven, de dikten in millimeters (mm). De hoeken van de bladen zijn zelden onbeschadigd; houd rekening met enig verlies van materiaal, dat kan ontstaan doordat men beschadigingen moet bijwerken of scheef afgezaagde stukken recht moet maken.

De kwaliteit van multiplex wordt aangegeven aan de hand van de buitenste fineerlaag. A is de hoogste kwalificatie en geeft aan dat het fineer vlekkeloos is; B is goed, maar heeft kleine kwastjes en hier en daar wat verkleuringen; BB is gewoonlijk een fineer soort die losse kwasten en andere fouten heeft gehad, die er zijn uitgehaald en waarvan de gaten vervolgens zijn gepropt.

Bijvoorbeeld: A/A betekent dat beide kanten perfect zijn, en B/BB (de meest voorkomende kwalificatie) dat de ene kant goed is en slechts kleine gebreken vertoont en dat de andere kant, die in het algemeen niet zichtbaar wordt, is gepropt.

betonplex - multiplex

Betonplex

Voor speciale doeleinden

  • Als het afgewerkte voorwerp buiten of onder vochtige omstandigheden moet worden gebruikt, heeft men multiplex nodig dat is afgedekt met een waterbestendige laag. (waterbestendige multiplex)
  • Voor scheepsbouw heeft men hecht of jachthout nodig (platen opgebouwd uit fineerlagen van dezelfde soort en gelijke kwaliteit).
  • Gebruik voor bekistingen watervast multiplex met een oppervlak, dat wordt beschermd met een fenolhars film (betonplex).
  • Multiplex is verkrijgbaar in een aantal dikten met een bovenlaag van edelfineer. Met plastic afgedekt multiplex is ook in de handel. (Gefineerd multiplex, meubelplaat)

Hout voor multiplex
Het meeste multiplex wordt geïmporteerd. De gangbare soorten zijn: berk, mahonie uit West-Afrika, limba, okoume en Oregon pine. Elke soort heeft zijn eigen kenmerken. Hieronder worden enkele soorten beschreven.

  • Berk. Een van de sterkste multiplex-soorten; het heeft de neiging om te werken als het slecht wordt opgetast, en de nerf kan aan de oppervlakte opwerken. De randen kunnen goed strak worden afgewerkt, als u een schaaf en schuurpapier gebruikt. Platen van 4 mm dik zijn veel gebruikt materiaal voor de bodems van laden.
  • Mahonie. Dit multiplex is lichter en zwakker dan berk, maar is stabieler. Het is de meest duurzame houtsoort voor multiplex en wordt daarom dan ook veel gebruikt voor buitenwerk in de scheepsbouw.
  • Limba. Een licht strogele, egaal gekleurde houtsoort, afkomstig uit tropisch West-Afrika. Limba wordt veel voor blank werk in de meubelindustrie toegepast.
  • Okumé. Deze eveneens uit tropisch West-Afrika afkomstige houtsoort heeft een bleekroze, soms rozerode kleur. Het hout heeft weinig tekening en is betrekkelijk zacht.
  • Oregon pine. Wordt gebruikt voor beton-bekistingen en, in dunne platen van 6-9 mm dik, op latwerk voor houtskelet-wandbekledingen. Het hout wordt oranjebruin als het aan licht wordt blootgesteld. Het kopse hout is vrij grof en niet gemakkelijk af te werken.