Ieder metselwerk geschiedt in een bepaald patroon, het z.g. metselverband waar de stenen worden gelegd, en wel zó dat nooit een stootvoeg boven de stootvoeg van een daaronder gelegen laag komt te liggen. Hiervoor bestaan redenen van structurele aard; bij schoonwerk speelt ook het visuele aspect een rol. Trapsgewijs gemetselde stootvoegen hebben tot gevolg dat de beneden waartse druk van de bakstenen wordt verdeeld over de hele muur. Er zijn meer dan een dozijn verschillende metselverbanden. In Nederland gebruikelijke metselverbanden voor ‘schoon’ metselwerk zijn:

Halfsteensverband.
Minimum aan hak verlies en mortelverbruik. Bij uniforme stootvoegdikte moeten tenminste de strekken van gelijke lengte zijn.

Metselverbanden

Halfsteensverband

Klezorenverband.
Iets meer hakverlies bij hoeken en muurdammen dan bij halfsteensverband. Ook hier zijn gelijke streklengten vereist voor een regelmatig verband.

Metselverbanden

Klezorenverband

Staand verband.
De voegentekening geeft een aangenaam beeld. Bij steensmuren bestaat ¾ van de benodigde stenen uit ‘voorwerkers’.

Metselverbanden

Staand verband

Kruisverband.
De voegentekening is iets minder rustig dan bij staand verband. Ook hier bestaat bij steensmuren ¾ van de stenen uit voorwerkers. De vallende tand is korter dan bij staand verband, waardoor deze bij het ‘opsteigeren’ op hoeken voor de metselaar beter bereikbaar blijft. Evenals het staand verband is het kruisverband bij uniforme stootvoegdikte slechts correct uitvoerbaar met stenen, waarvan de lengte overeenkomt met 2 koppen + een stootvoeg, in verband met het grotere aantal stootvoegen in de kopse lagen.

Metselverbanden

Kruisverband

Vlaams verband.
Slechts ⅔ van de stenen bestaat bij steensmuren uit voorwerkers, hetgeen kan leiden tot besparing op duurdere gevelstenen.

Vlaams verband

Vlaams verband

Noors- of kettingverband.
Decoratief. Ook bruikbaar voor halfsteensmuren, zij het met iets meer hakwerk en mortelverbruik dan bij halfsteens- en klezorenverband. Bij steensmuren wordt in dit verband het aantal voorwerkers teruggebracht tot 3/6 van het totale aantal stenen. Door het beperkte aantal koppen is dit verband ook geschikt voor aan beide zijden ‘schoon’ steenswerk, ook wanneer de maatverhouding kop-strek niet geheel correct is.

Metselverbanden

Noors of kettingverband

Koppenverband.
Voorkomt ‘keperen’ bij ronde muurgedeelten. Zeer geschikt, wanneer eventueel kleurverschil tussen koppen en strekken hinderlijk zou worden geacht. Tweezijdig schoon werk is in dit verband goed uitvoerbaar wegens onafhankelijkheid van maatverhouding kop-strek. Grote weerstand tegen zware verticale belastingen.

Metselverbanden

Koppenverband

Wild verband.
Geeft grootste onafhankelijkheid zowel van maatverhouding kop-strek als van maatverschillen tussen de stenen onderling tengevolge van minder goed sorteren, ook wanneer een uniforme stootvoegdikte wordt verlangd. Eist echter van de metselaar het nodige inzicht bij de bepaling van de volgorde van verwerking der stenen.

Metselverbanden

Wild verband