Lepelbomen bloeien van mei tot juli, in dezelfde periode als de meeste rhododendrons. Net als deze planten zijn lepelbomen altijd groen en geven ze de voorkeur aan een plaats in de halfschaduw. Dat is niet zo verwonderlijk, want beide geslachten behoren tot de Heidefamilie.

Kalmia angustifolia, de smalbladige lepelboom, is een sierlijke kleine struik die slechts 1 m hoog wordt. Op de optimale standplaats kan hij zich via worteluitlopers als een bodembedekker uitbreiden. De brede, klokjesvormige bloemen zijn purperrood. Ze verschijnen in juni en juli in ongeveer 8 cm grote trossen op de scheuten van het afgelopen jaar.

Het ras ‘Rubra’ met donkerpurperen bloemen en bredere bladeren wordt in de handel vaker aangeboden dan de zuivere soort. Minder bekend is het slechts 60 cm hoog wordende ras ‘Purpurflor’.

Kalmia latifolia, de breedbladige lepelboom, doet door de hoogte die hij kan bereiken (2-3 m) aan de rhododendron denken. De bovenkant van de elliptisch gevormde bladeren is donkergroen, de onderkant lichtgroen. De klokjesvormige bloemen bloeien van mei tot juli, afhankelijk van het ras in witte of roze tot purperrode tinten, ook meerkleurig. De bloeiwijzen kunnen een doorsnee van maximaal 15 cm bereiken.

Uit deze soort zijn talrijke prachtige rassen ontwikkeld. De vuurrode bloemen van ‘Ostbo Red’ zijn bijzonder lang houdbaar. ‘Carousel’ bloeit bijna wit met purperen tekeningen, ‘Sarah’ in een prachtige roze tint. De bloemstelen en pas uitgelopen bladeren zijn purperrood. ‘Nancy’ heeft rozerode bloemen met een donkere basis en stralend rode knoppen.

Lepelboom Eigenschappen

Bloeiperiode:

    Mei, Juni

Bijzonderheden:

    Giftig, Altijd groen

Standplaats:

    Halfschaduw

Grond:

    Doorlatend, Humusrijk

Hoogte tot:

    3 m

Latijns/wetenschappelijke naam:

    Kalmia angustifolia, Kalmia latifolia

De standplaats van de Lepelboom

Deze mooie, kalkgevoelige houtige gewassen hebben licht zure grond nodig en een vooral in de winter beschutte standplaats met wat schaduw. Aan de rand van een groep houtige gewassen, bijvoorbeeld voor hogere struiken, onder bomen of voor rhododendrons voelen lepelbomen zich op hun plaats. In een heidetuin vinden de planten eveneens de juiste condities, zolang ze maar niet in zandig droge grond of onbeschermd in de felle zon moeten staan. Aan de rand van een tuinvijver, op een beschutte plaats in de halfschaduw, zijn lepelbomen verzekerd van het nodige vocht. Ze zijn echter niet bestand tegen stilstaand water rond de wortels.

Onderhoud het jaar rond

Voorjaar Zomer Najaar
Dit is een gunstige plant tijd. Om ingewortelde lepelbomen verdeelt u nu compost en een handvol rhododendron mest. Is de grond kalkhoudend, dan voegt u er turf aan toe. Snoei de struiken zo mogelijk niet, de groeiwijze komt dan het mooist uit. Verwijder echter regelmatig uitgebloeide bloemen. In perioden van langdurige droogte moet u gieten. Geef uw lepelboom voor de eerste vorst nog een keer rijkelijk water. Daarna de wortelzone bedekken met versnipperde boomschors en turf. Dan komt deze plant goed de winter door.
Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
Koop in het voorjaar compacte containerplanten met donkere bladeren. Koop nooit een lepelboom die alleen aan de uiteinden van de scheuten bladeren heeft. Deze planten hebben vaak vervilte wortels en wortelen traag in. Plant lepelbomen op een tegen wind beschutte plaats, waar ze in de winter ook beschermd zijn tegen uitdroging door de felle zon. Geen onder beplanting. Lepelbomen wortelen ondiep en kunnen gemakkelijk droogteschade oplopen. Halfschaduw. Geef lepelbomen bij voorkeur een plaats waar ze afwisselend in de lichte schaduw en in de zon staan. Doorlatende, zure grond. De planten gedijen goed in humusrijke, zandhoudende grond. Lichtgroene bladeren met groene nerven zijn een symptoom van ijzergebrek (chlorose). Dit komt vooral voor als de grond kalk bevat, waardoor de planten het ijzer in de grond niet kunnen opnemen. Behandel de bladeren en de grond met ijzersulfaat of een ander ijzerpreparaat (bij de vakhandel).