Veldsla, ook wel ezelsoren of rapunzel genoemd, was vroeger een wijd verspreid akker onkruid en komt in Nederland en België nog steeds in het wild voor. De moderne rassen bevatten in vergelijking met kropsla veel mineralen en vitaminen, vooral ijzer en vitamine A en C. Veldsla wordt in de winter en het voorjaar geoogst, als andere volle gronds sla het laat afweten.

Als lange dagplant gaat veldsla in de zomer ‘schieten’ en ontwikkelt ze bloemen. Zaai daarom niet voor half augustus en zorg dat de sla voor uiterlijk eind maart is geoogst. Winterharde rassen zijn in de volle grond met enige bescherming ook goed bestand tegen strenge vorst. Maar ook het kweken van niet winterharde rassen is de moeite waard, omdat deze voor de oogst in het najaar snel groeien en veelal malsere bladeren hebben.