Galtonia’s zijn oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Afrika. Deze vorstgevoelige bolgewassen behoren tot de Leliefamilie. Alleen in streken met een zacht wijnbouwklimaat en in de landen rond de Middellandse Zee zijn ze in staat de winter in de volle grond te overleven. Het verdient daarom aanbeveling om de bollen in het najaar te rooien en vorstvrij te laten overwinteren.

Galtonia candicans wordt in het Nederlands Kaapse hyacint genoemd. Het is voornamelijk deze soort die voor de tuin wordt gekweekt. Uit grote, gelige bollen ontstaan blauwgrijze, riemvormige bladeren die tot 6 cm breed en 50 cm lang kunnen worden. In het midden verschijnen de imposante, tot 1,5 m hoge bloemstengels, waaraan 20-30 hangende, witte, klokjesvormige bloemen zitten. Deze gaan tussen juli en september achter elkaar van onderen naar boven open. Ze zijn tot 5 cm lang en ongeveer vier weken houdbaar. Ze verspreiden een zoetige geur.

Galtonia princeps is een zeldzame soort voor liefhebbers, die slechts 75 cm hoog wordt. De bloemen zijn met een groenachtige waas overtrokken en verschijnen van juli tot september.

Galtonia Eigenschappen

     
    Bloeiperiode:Juli, Augustus
    Bijzonderheden:Gemakelijk te verzorgen, Goede snijbloem, Geurend
    Standplaats:Zon
    Grond:Voedselrijk, Doorlatend
    Hoogte tot:1,5 m
    Latijns/wetenschappelijke naam:Galtonia candicans, G. princeps



De standplaats van de Galtonia

Galtonia’s geven de voorkeur aan een zonnige en warme standplaats. Hun bloeiperiode begint pas als de vroege vaste planten reeds zijn uitgebloeid. In een zonnige border met bloeiende planten kunt u de grote galtonia’s het beste op de achtergrond planten. In een grote border met vaste planten komen galtonia’s goed uit als ze in een aantal groepen in het midden staan. Tegen de achtergrond van donkere heggen steken de indrukwekkende bloemen bijzonder goed af. Als solitair beplanting in een kleine tuin of in de voortuin is een groepje van drie of vijf galtonia’s niet over het hoofd te zien.



Onderhoud het jaar rond

Voorjaar Zomer Najaar
Plant de bollen in goed losgemaakte grond. Bescherm de tere, nieuwe scheuten tegen slakkenvraat. Houd de grond gelijkmatig vochtig en geef na het uitlopen en voor de bloei mest.Verwijder verwelkte bloemen, tenzij u zaad wilt winnen. Geef geen water meer zodra de bloemen verwelken. Haal de bollen voor de eerste vorst uit de grond. Droog ze op een beschutte, luchtige plaats en verwijder de verwelkte bladeren. Bewaar de bollen ’s winters op een donkere, droge, koele en vorstvrije plaats
Tips bij het kopen Tips van de prof Licht en grond Problemen
Koop in het voorjaar stevige, bij voorkeur 12,5 cm dikke bollen. Deze produceren de meeste bloemen. Koop nooit beschimmelde of uitgedroogde bollen die al een flink stuk zijn uitgelopen. Een klein, groen puntje is geen bezwaar. Vermeerdering door zaad. In de late zomer in een schaal zaaien. Licht en vorstvrij neerzetten. In mei het jaar erna in de tuin planten. De planten bloeien na circa drie jaar. De planten maken maar zelden broedbollen. Volle zon. De planten gedijen het beste op een zonnige en warme plaats. Doorlatende grond. Ideaal is losse, voedselrijke aarde die u in de zomer licht vochtig houdt. Zware grond kunt u met zand verbeteren. Afgezien van slakken zijn er maar zelden plagen die galtonia’s aantasten. De slakken vreten ’s nachts de jonge scheuten op en maken gaten in de bladeren. Bescherm de planten met obstakels of met schoteltjes bier. In ernstige gevallen kan het nodig zijn slakkenkorrels te strooien.