Een T-verbindingen maken van hout kunt u op vele manieren, op deze pagina komen ze allemaal aan bod van gespijkerde T-verbinding tot de pen-en-gat variant.

Dit is deel 1 over alle houtverbindingen. Alle besproken houtverbindingen vind u hier terug -> Houtverbindingen maken

Gespijkerde T-verbindingen maken

Eenvoudige gespijkerde verbindingen zijn goed genoeg voor een licht raamwerk, waarvan de zijden plat op de dwarsstukken liggen.

Zaag de dwarsstukken volmaakt recht af, want anders kan de verbinding geen echte rechte hoek vormen. Sla de spijkers er van de buitenkant af in, als dat even mogelijk is dit is gemakkelijker dan spijkeren vanaf de binnenkant. Gebruik drie spijkers: sla de middelste spijker eerst in het hout, om het hout op zijn plaats te houden; sla dan de andere twee aan weerszijde van de eerste in onder een hoek van 20 of 30°; de spijkers vormen dan een zwaluwstaart, waardoor de stukken hout beter tegen elkaar aansluiten.

Als men de spijkers vanaf de binnenkant van een raamwerk indrijft, moet men voorzichtiger te werk gaan, want door het hameren kan het dwarsstuk van zijn plaats schuiven. Voorkom dit door afwisselend aan weerszijden te hameren en zet het dwarsstuk weer goed op zijn plaats als de spijkers zich vast beginnen te zetten in het zijstuk. Sla de spijkers in het hout in één lijn met de draad, maar niet in één lijn achter elkaar, om te voorkomen dat het hout gaat splijten.

Sla de koppen tot onder het hout om extra stevigheid te krijgen. Vul de gaten op met vloeibaar hout of stopverf voordat u gaat schilderen. Gebruik gewone draadnagels. De lengte van de spijker dient minimaal tweemaal de dikte van het zijstuk te zijn.

Gespijkerde T-verbindingen zijn niet sterker dan de spijkers die ze bij elkaar houden, maar de sterkte en stijfheid van een raamwerk nemen aanzienlijk toe als men ze afdekt met hardboard of multiplex.

Gebruik geen spijkers in droog loofhout, omdat dan het hout kan splijten. Maak in plaats daarvan halfhouts- of penverbindingen, die ook op deze pagina worden beschreven.

T-verbinding d.m.v. hoekijzers of kramen maken

Metalen hoekijzers zijn een handig hulpmiddel om vlakke T-verbindingen te maken. Er zijn twee typen: het ene is een strip doorboord metaal, dat in een gewone L-vorm is gebogen en in de hoeken wordt vastgemaakt; het andere hoekijzer heeft een T-vorm en kan vlak op het werkstuk worden geschroefd.

Uiteraard is de verbinding steviger naarmate het hoekijzer sterker is, maar de hoekijzers buigen wel gauw om, tenzij men er een aan weerszijden van de verbinding gebruikt. De schroeven moeten precies in de geboorde gaten passen. Boor de gaten voor in het hout om splijten te voorkomen. Draai de schroeven zover door tot de koppen gelijk liggen met de bovenkant van het hoekijzer.

Op een veel snellere manier kan men T-verbindingen maken met gegolfde metalen krammen, die recht in het werkstuk worden geslagen. De krammen zijn aan één kant scherp gemaakt. Men kan ze het beste gebruiken voor licht werk binnenshuis en voor kisten. Zorg ervoor dat de verbinding zo sluitend mogelijk is door het raamwerk in een klem te zetten of door het tegen een vaststaand steunblok aan te drukken.

Overlappende T-verbindingen maken

De overlappende T-verbinding biedt een combinatie van eenvoud en sterkte voor algemene karweitjes als raamwerk, hekwerk, boekenrekken en lichte deur constructies.

Deze verbindingen kunnen worden geschroefd, gespijkerd of met bouten worden bevestigd, wil men een erg sterke verbinding maken dan moet ze ook worden gelijmd. Het is moeilijk te zeggen waar hier de grens ligt, het is een kwestie van ervaring.

Wil men een geschroefde overlappende verbinding maken, dan moet men beide stukken hout samenklemmen met een lijmtang, terwijl men de gaten boort. Boor een volledig gat door het bovenste stuk en een voorboorgat in het onderste, met een boor die klein genoeg is om de schroefdraad stevig te laten grijpen. Verzink de gaten in het bovenste stuk, besmeer de tegen elkaar komende vlakken gelijkmatig met lijm, sluit de stukken op elkaar aan en begin te schroeven.

Gehele en halfhouts overkeping

Deze verbindingen zijn veel steviger en keuriger dan de gewone ingekeepte verbindingen. Gebruik ze om dwarsplanken te verzinken in raamwerken die moeten worden afgedekt met plaatmaterialen.

Bij een geheel ingekeepte verbinding wordt de zijplank zover uitgezaagd dat de dwarsplank er geheel in kan. Teken de exacte vorm van de uitsnijding af op beide zijkanten van de plank en op de bovenkant. Verwijder het hout voor de uitsparing met een kapzaag en een beitel; steek het hout vanaf beide zijden geleidelijk weg tot de onderzijde van de uitsparing vlak is. Kijk of het past, lijm alle vlakken die tegen elkaar komen te liggen en maak de verbinding af met nagels of schroeven.

Bij een halfhouts overkeping worden beide onderdelen zo uitgekeept dat ze vlak in elkaar passen. Volg voor het maken van geheel en halfhouts overkepende T-verbindingen de instructies bij onderstaande tekeningen op. Besteed ook aandacht aan de gereedschappen, benodigd voor dit precisiekarwei.

Stappen behorende bij bovenstaande tekeningen:

1. Om de half houtsoverkeping te maken moet mende breedte van de dwarsregel aftekenen. Houd de stukken zuiver haaks op elkaar.

2. Maak met een kapzaag drie zaagsneden één aan weerszijden van het uit te zagen stuk en één in het midden. Steek het overtollige hout van beide zijden weg tot de kraslijnen.

3. Zaag door het midden van de dwarsregel aan die kant van de kraslijn waar het hout moet worden verwijderd.

4. De verbinding moet gemakkelijk in elkaar sluiten. Zorg ervoor dat de borsten haaks zijn. Lijmen en spijkeren of schroeven, de lijm laten verharden, daarna bijwerken.

Keepverbindingen

De keepverbinding is de klassieke manier om het einde van een plank te verbinden met een opstaande plank. De keep of uitsnijding maakt goed sluitend werk mogelijk en kan grote lasten dragen.

Er zijn twee hoofdtypen: de keep over de gehele breedte, en de verdekte keep, die men aan de voorkant niet kan zien. Beide typen kunnen worden gezwaluwstaart door één kant van de inkeping en één kant van de dwarsplank onder een schuin naar binnen gerichte hoek in te zagen. De verdekte keep is beter geschikt voor sierwerk en meubelwerk.

Keep over de gehele breedte

Om een keep over de gehele breedte te maken, moet men een lijn dwars over de binnenkant van de ópstaande plank tekenen, de dwarsplank tegen de lijn houden en dan een tweede lijn trekken om de juiste breedte van de keep aan te geven.

Trek deze lijnen door dwars over beide randen van de opstaande plank. Zet een kruishout op de diepte van de keep gewoonlijk eenderde van de dikte van de opstaande plank en kras de inkeping vanaf de voorkant op beide randen in.

Zaag aan beide kanten van de keep voorzichtig tot op de goede diepte met een kapzaag. Laat de zaag bij een lange snede tegen een vastgeklemde leilat lopen.

Steek de uitsparing vanaf beide randen met een beitel weg en begin hierbij voorzichtig onder een hoek van 30° omhoog. Verminder geleidelijk de beitelhoek, tot het midden is weggestoken. Maak de inkeping af met een boor-schaaf. Als u die niet hebt, moet u extra voorzichtig zijn bij het wegsteken en de vlakte en diepte voortdurend controleren met een rcilat.

Zaag de dwarsplank op lengte. Schaaf het uiteinde vlak, bij voorkeur op een futselplank, en breng de verbinding tot stand. Schaaf na het lijmen en vastmaken de voor- en achterranden vlak.

Verdekte keepverbinding

De constructie hiervan is in principe dezelfde als die van een doorgaande keep, behalve dat de inkeping ongeveer 2 cm van de voorkant van de ópstaande plank eindigt. De hoek aan de voorkant van de dwarsplank wordt weggezaagd om de zaak passend te maken.

Schrijf de opstaande plank af als bij de doorgaande keep, maar schrijf de voorste rand niet af. Geef het afgebroken einde van de inkeping aan met een kraslijn van het kruishout vanaf de voorste rand.

Men kan niet tot op de juiste diepte zagen, tenzij men ruimte vrijmaakt waarin de voorkant van de zaag zich kan bewegen; steek met de beitel daarom aan het doodlopende eind 4 a 5 cm weg tot op bijna de juiste diepte. Zaag dan vanaf de achterste rand aan beide zijden tot op de juiste diepte.

Stappen behorende bij bovenstaande tekeningen.

  • 1. Plaats de dwarsplank tegen een haakse lijn op de binnenkant van de staander en kras een andere lijn in, om de juiste breedte van de inkeping aan te geven.
  • 2. Beitel het overtollige hout vanaf beide randen geleidelijk weg, tot het midden is verwijderd. Op diepte bijwerken met een boorschaaf.
  • 3. Maak ruimte voor de beweging van de zaag door een uitsparing te steken aan de onderbroken kant van de inkeping.
  • 4. Laat de zaag bij lange inzagingen tegen een zaaggeleider lopen, die met een bankklem aan het werkstuk wordt vastgeklemd.
  • 5. Steek het overtollige hout uit. Maak het karwei af met een boorschaaf.
  • 6. Zaag de uitsparing in de dwarsplank weg tot de diepte van de inkeping.

Open pen- en gatverbindingen

Dit is de sterkste van alle T-verbindingen, aan te bevelen voor stevig raamwerk en voor algemeen meubelwerk. De dikte van de pen, die wordt ingelaten in de dwarsbalk, mag niet meer zijn dan eenderde van de dikte van de staander of stijl.

Om de verbinding te maken moet men de breedte van de dwarsbalk aftekenen op de stijl en de lijnen doortrekken rond de gehele stijl. Trek op de buitenkant van de stijl lijnen voor de wiggen ongeveer 3 mm buiten de bestaande lijnen. Daarna moet men een borstlijn rond de gehele dwarsbalk trekken, zodanig dat men een penlengte krijgt die net iets groter is dan de breedte van de stijl.

Zoek een beitel uit (steek of kantbeitel), zet de kruishoutpunten op breedte, en kras de lijnen voor pen en gat in. Steek het gat uit, maar vergroot het gat tot waar de wiggen moeten komen. Zaag de pen uit; zorg daarbij dat de borsten niet te diep worden ingesneden. Voorzie de onderdelen van lijm, zet ze in elkaar en klem ze vast. Sla dan de wiggen in en schaaf de uitstekende pen en de wiggen vlak, als de lijm is verhard.

Stappen behorende bij bovenstaande tekeningen.

  • 1. Zet de punten van het dubbele kruishout zo dat ze precies de breedte van de beitel overspannen.
  • 2. Zet de punten op het midden van de rand van het werkstuk en schrijf zowel gat als pen af vanaf de voorzijde.
  • 3. Steek het gat uit en werk daarbij vanaf beide kanten. Werk het bü en maak een uitsparing voor de wiggen.
  • 4. Maak schuin lopende inzagingen langs beide penlijnen. Ga met de zaag langs de te verwijderen kant van de lijnen.
  • 5. Klem de regel rechtop in de bankschroef; zaag dan het overtollige hout recht naar beneden af tot aan de borstlijnen.
  • 6. Zaag over de borstlijnen om de pen af te maken; houd de zaag recht. Pas de pen in het gat.
  • 7. Breng lijm aan op de pen en in het gat. Pas stijl en regel in elkaar. Zaag heel spits toelopende wiggen, die passen in de gleuven van 3 mm aan de uiteinden van het gat.
  • 8. Breng lijm aan op de wiggen en drijf ze in de gleuven. Sla ze beide tegelijkertijd in om de pen recht in het gat te houden. Klem het geheel vast.
  • 9. Een andere manier om wiggen aan te brengen is wigsleuven te maken tot op tweederde van de lengte van de pen, 5 mm van de randen.

Verschillende variaties in pen- en gatverbindingen

Variaties in pen- en gatverbindingen hebben als voornaamste doel de verbindingen voor een bepaald karwei sterker te maken of de constructie te verbergen.

De meest voorkomende variatie is extra borsten aan te brengen, waarbij de breedte van de pen boven en onder 3-12 mm minder wordt. Deze borsten verbergen de uiteinden van de pengleuf en de pen zelf geheel. Controleren met een winkelhaak en afwerken met een boorschaaf, om alles perfect te laten passen.

Bij een werkstuk met dubbele sponning, zoals de middelste dwarsregel van een raamwerk voor een paneel, moet men de pen wegzagen tot de diepte van de sponning aan elke zijde. Allebei deze variaties worden gelijmd en gewigd, zoals is beschreven op de iets hier boven op de pagina, of gedeuveld, zoals hieronder wordt beschreven.

Gesloten pen- en gatverbinding met spatpen

Dit is de allersterkste verbinding voor ramen, deuren en meubelen. Zij kan worden gebruikt als L-verbinding op hoeken en als T-verbinding. De spatpen kan aflopend en recht zijn, zoals op de afbeelding hieronder.

De spatpen houdt verdraaiing tegen, maar verzwakt de stijl niet teveel, wat de pen wel kan doen als hij over de hele breedte doorloopt. De verhoudingen zijn belangrijk. Maak het gat en de pen ongeveer eenderde van de dikte van het hout, maakt men ze breder dan wordt de stijl verzwakt.

Maak de lengte van de spatpen niet meer dan eenderde van de lengte van de pen. De hoogste pen mag niet meer zijn dan een kwart van de breedte van dc stijl, of maximaal 1,5 cm, indien dit kleiner is. Vaak wordt de diepte bepaald door een groef in het raamwerk. Laat minstens 1,5 cm hout staan aan het einde van de stijl, om splijten bij het maken en passen van de verbinding te voorkomen. Het af te zagen gedeelte moet zo lang blijven staan totdat de lijm is verhard. Dit beschermt de hoek tot de uiteindelijke montage van de verbinding.

Dubbele pen

Gebruik een dubbele pen als een enkele pen zo breed zou worden dat hij de opgaande stijl zou verzwakken. Deze verbinding is zeer goed bestand tegen verdraaiing, als extra brede dwars dragers moeten worden bevestigd aan opgaande stijlen.

Het maken van een dubbele pen gebeurt als bij een enkele. Het aantal pennen hoeft niet te worden beperkt tot twee. Gebruik er, op gelijke afstand van elkaar, zoveel als u wilt bij zeer brede werkstukken, zoals bij een skelet constructie. Gebruik indien mogelijk machinaal gereedschap in verband met de hoeveelheid pennen die men moet zagen.

Blinde pen- en gatverbinding

Deze verbinding beantwoordt in hoge mate aan hetzelfde doel als de gewone pen- en gatverbinding, maar de pen wordt korter gemaakt, zodat hij aan de buitenkant niet te zien is. Gebruik hem als het uiterlijk van het werkstuk belangrijk is of als de volledige stevigheid van een doorlopende pen niet nodig is, zoals bij het bevestigen van tussenstukken in deuren en skeletten.

De diepte van het gat moet ongeveer tweederde van de breedte van het hout zijn. Maak de pen ongeveer 3 mm korter dan deze afmeting, om te voorkomen dat hij de bodem van het gat raakt. Gebruik houten deuvels door de stijl en de pen, om extra stevigheid aan de verbinding te geven.

Gecontranialde pen

De pen wordt gebruikt wanneer het werkstuk een of twee geprofileerde randen heeft, zoals bij raamhout. Teken af en zaag beide borsten van de pen tot op de diepte van de sponning. Steek dan met een ronde beitel een holle vorm in een van de borsten gelijk aan het profiel van de opgaande stijl.

Een andere, iets eenvoudiger methode is in verstek werken. Zaag verstekken in elk profiel van de regel en een corresponderende uitsparing in het profiel van de stijl.

Tweeling pen en gat

Deze verbinding wordt voornamelijk gebruikt bij ontmoetingen van midden-, boven- of onderregel en deurstijlen. Om de constructie niet extra te verzwakken moet er voldoende hout tussen de pennen blijven staan. Er is een spatpen van 1,5 cm diep tussen de twee pennen. Dit geeft extra weerstand tegen draaien.

De verbinding moet worden gebruikt op elke dwarsregel die breder is dan 15 cm. Een pen over de hele breedte van de dwarsregel zou de stijl aanzienlijk zwakker maken.