Iedereen kan het – of niet? Schilderen en de techniek het lijkt zo eenvoudig, maar vereist toch wel een bepaalde handigheid. De handigheid moet u uzelf aanleren, maar voor de techniek kunt u hier terecht.

Schildertechniek – texen/sauzen
In negen van de tien gevallen zult u tex (dispersieverf) gebruiken voor de muren. U moet een keurige ondergrond verkrijgen voor het schilderen, maar in veel gevallen hebt u natuurlijk te maken met (gedeelten van) muren die al eerder geschilderd zijn. Als dat met texverf is gebeurd, is het enige wat u nog te doen staat, de muur met ammonia (of soda) vetvrij te maken en eventuele vocht-, roet- of kleurkrijtvlekken (in de kinderkamer!) ruim voor te behandelen met isolatiegrond. Ook op lak hecht texverf uitstekend als u het vetvrij maakt en even ‘bot’ schuurt. Is de ondergrond geschilderd met witkalk (krijtig, geeft weinig af) of veegvast (geeft flink af op een vochtige doek), dan kunt u na het vetvrij maken het beste een hechtgrond gebruiken om bladderen te voorkomen.

Rollers

Rollers worden in uiteenlopende soorten, maten en kwaliteiten geleverd.

Hét gereedschap voor tex is natuurlijk de lamsvachtroller. Hoewel die niet goedkoop is, kunt u het best meteen een goede roller kopen. Als u hem na het schilderen telkens goed schoonmaakt (liefst met groene zeep), kunt u er jaren plezier van hebben. In combinatie met een ver-deelroostertje en een flinke bezemsteel als handvat is het mogelijk grote muren en plafonds razendsnel te texen. Daarvóór moeten wel de randen eerst met een blokkwastje worden gedaan, omdat u met geen enkele roller goed in de hoeken kunt komen.

Doe niet te veel verf op de roller, anders zal hij gaan glijden; rol ook niet te snel, omdat de verf dan sterk gaat spetteren (helemaal te voorkomen is dat toch niet – oude hoed of pet bij het schilderen van een plafond is dan ook geen overbodige luxe). Werk bij muren in verticale banen van boven naar beneden: zet de verf op in flinke stukken door met de roller te zigzaggen zonder hem van het vlak te halen. Verdeel de verf dan door hem dwars uit te rollen en werk de baan in verticale richting af.

Schilderen en de techniek

De roller is ideaal voor grotere oppervlakken, zoals wanden, vloeren en deuren vooral in combinatie met watergedragen verven. Ter pentineverdunbare verf wordt vaak met de kwast opgebracht en nagerold met een schuimrolletje vooi een streeploos resultaat.

Schildertechniek – lakken
Bij bestaand houtwerk moet de oude verflaag er soms eerst af. Omdat de nieuwe verf niet hecht op de oude laag, omdat er anders een te dikke verflaag ontstaat, of omdat de oude laklagen te veel blazen en bladders vertonen. Het gemakkelijkst (en het vriendelijkst voor het milieu) is afbranden en krabben. Met een paar goed geslepen krabbers in verschillende vormen en zo’n moderne elektrische verfstripper gaat dat prima -althans bij hout. Bij metaal is het wat moeilijker, omdat het de warmte van de stripper te snel afvoert. Houd de verfstripper in beweging – anders vliegt de boel in brand – en behandel telkens stukjes ter grootte van een A4-tje. Pas wel op voor de dampen (vooral bij loodmenie) en houd toch maar een emmertje water bij de hand.

Verf afbijten met een afbijtmiddel kan ook. Het is een smerig werkje, want er komen stoffen aan te pas (zoals Mek, tolueen en xyleen) die onprettig zijn voor mens en milieu. Als u er niet onderuit komt – bijvoorbeeld bij ingewikkelde ornamenten – gebruik dan plastic handschoenen en een veiligheidsbril, en lever de afgehaalde verf en het afbijtmiddel in als klein chemisch afval.

Schuur alles nu met schuurpapier korrel 80-120. Vervolgens kunt u het in de grondverf zetten: met alkydgrond-verf als u verder gaat met lak op terpentinebasis, of met waterverdunbare grondverf als u gaat aflakken met acry-laatverf. In het laatste geval kunt u soms ook met een en dezelfde verf gronden. Nieuw hout en hout waarvan oude verflagen zijn verwijderd, moeten dan meestal eerst worden geplamuurd om gaatjes en putjes te vullen.

Plamuren is een kunst, die echter zonder veel inspanning te leren valt. Gebruik een schoon plamuurmes van een passende breedte, met de scherpste hoek naar uw duim gekeerd, en houd het zó vast dat u een of twee vingers op het blad kunt leggen. Voor lakwerk binnen gebruikt u lak-plamuur of combiplamuur, en voor hout dat u later wilt vernissen vloeibaar hout (of maak zelf een papje van een beetje houtlijm en schuurstof van het desbetreffende hout). Buitenshuis kunt u beter polyester tweecompo-nentenplamuur of epoxyreparatiepasta gebruiken. Als u alles opnieuw netjes glad hebt geschuurd (korrel 150-180) kunt u beginnen met lakken.

Het beste gereedschap voor alkydlak is nog steeds een goede, ronde kwast van Chinees varkenshaar. Zo’n kwast geeft een mooie, gladde streek, terwijl hij veel verf ‘opslaat’, zodat u minder vaak hoeft in te dopen.

    Een paar beginselen voor een goede schilderklus zijn:

  • Zorg dat er zo weinig mogelijk stof op het werk kan komen.
  • Werk snel – blijf niet te lang strijken in de verf
  • Schilder liever twee dunne lagen dan één dikke.
  • Verticale oppervlakken worden deel voor deel opgezet met flinke streken verf, die vervolgens in twee richtingen wordt uitgestreken. Elke verticale baan werkt u af door met de kwast van beneden naar boven te strijken.

De eerste laag lak die u aanbrengt, kunt u met een scheutje terpentine verdunnen. Wees voorzichtig en verdun niet te veel! Deze laag moet met fijn schuurpapier, korrel 320, even dof worden gemaakt. De laatste laag lak wordt niet verdund. Wilt u uw houtwerk in zijdeglans afwerken, dan is het het fraaiste om de eerste laag in dezelfde kleur hoogglans te lakken, en pas de tweede laag in zijdeglans.

Spuitbus

Spuitbussen geven een gelikt resultaat, maar vanwege de zwevende verfdeeltjes dient u alles wat schoon moet blijven af te plakken. Voor ingewikkelde vormen, zoals rotanmeubeltjes, is de spuitbus het aangewezen middel.

Waterverdunbare acrylaatlak vraagt om ander gereedschap. Op grotere oppervlakken kan deze verf het best worden aangebracht met een rollertje – zelf vind ik dat fluwelen rolborstels het lekkerste werken. Om in alle hoeken en gaten te komen is een klein kwastje (een besnij-kwast) wel nodig. Voor meubeltjes is de combinatie van MDF-board met acrylverf onovertroffen, mdf heeft geen ‘zijkanten’, wat wil zeggen dat het materiaal in alle richtingen dezelfde structuur heeft (anders dan hout, spaanplaat of multiplex), zodat het meestal zonder plamuren glad te schuren is. Dan simpelweg een paar laagjes acrylverf eroverheen (tussendoor wel even bot schuren) en u hebt een prachtig strak resultaat – in een mum van tijd en nagenoeg zonder onaangename luchtjes.

Voor wie het een beetje onder de knie heeft, is schilderen een leuke, zelfs ontspannende klus, die meteen zichtbaar resultaat oplevert. Bovendien lijkt het op het oog allemaal volkomen ongevaarlijk. Dat laatste klopt echter niet helemaal. Veel verven bevatten schadelijke of giftige stoffen, die bovendien slecht zijn voor het milieu – al zijn de deskundigen er nog niet uit welke verfsoorten nu het minst schadelijk zijn. Bovendien gebeuren er regelmatig ongelukjes bij het schilderen: wist u dat ‘van de trap afvallen’ het meest voorkomende ongeval in huis is? Zorg dus altijd voor een goede, stabiele trapleer als u aan het werk gaat, en huur voor grote klussen liever nog een (rol)steigertje.