Een kastenwand op maat maken of kopen ?
Bij het maken van een kastenwand ‘op maat’ kunt u kiezen hoeveel u zelf doet. U kunt uit losse onderdelen, plaatmateriaal en rails zelf een wand bouwen volgens een systeem dat u zelf heeft bedacht, of – het andere uiterste – u kunt de fabrikant van een kastensysteem uitnodigen een kastenwand te maken, terwijl u vanuit de luie stoel toekijkt. In dit geval kunt u het beste de gulden middenweg zoeken. Er valt weinig geld te verdienen of eer te behalen door het wiel opnieuw te willen uitvinden en alles helemaal zelf te doen. Maar het installeren van een bestaande systeemwand, waarvan de onderdelen op maat zijn gemaakt, is relatief eenvoudig en plezierig werk – én u bespaart nog aardig wat arbeidsloon. Zeker als u het interieur van de kast ook zelf ontwerpt en bouwt.
De keuze van uw wand
De eerste keuze die u moet maken is die tussen scharnier-, harmonica- en schuifdeuren. In de meeste gevallen is de keuze eenvoudig: schuifdeuren zijn relatief goedkoop, nemen de minste ruimte in, en de betere schuifsystemen gaan heel lang mee. Voor scharnierdeuren zijn relatief zware en kwetsbare constructies nodig, terwijl harmoni-casystemen vaak aan het plafond worden opgehangen, wat veel problemen kan veroorzaken. Wie wel eens een tafellamp of gordijnrail aan een écht moeilijk plafond heeft opgehangen, weet wat ik bedoel.
Als u voor schuifdeuren kiest, komt u hetzelfde probleem tegen. Er zijn systemen met bovenrollers en vloergeleiding, en er zijn systemen met wielen en een rail aan de onderzijde, en bovenaan alleen een geleiding. Het enige nadeel dat aan de bodemrollers kleeft, is het feit dat ze iets gemakkelijker uit de rail lopen dan bovenrollers (hoewel daar ook weer vernuftige oplossingen voor zijn bedacht).
Het onderscheid tussen de verschillende schuifdeursystemen met onderrollers die op de markt zijn, bestaat vooral uit de dikte van de panelen (spaanplaat van 5 tot 20 mm dik) en de kwaliteit van de rollers (al of niet met kogellagers). Verder spelen natuurlijk afwerking en esthetische factoren een rol. De schuifdeuren zijn in alle mogelijke dessins te krijgen. Heel populair zijn wanden met één of meer spiegeldeuren; de dunne spiegels worden meestal voorzien van een plakfolie die voorkomt dat er gevaarlijke scherven ontstaan als een spiegel onverhoopt mocht breken.
Het interieur
Als u een kastenwand over de hele breedte van de kamer maakt, staat het interieur van de kast los van de schuifwand. U bent dus niet gebonden om een interieur te kiezen van hetzelfde merk of systeem als de (schuif)wand.
U kunt bijvoorbeeld uw oude, losse standaardkasten opknappen. Vaak heeft het binnenwerk nauwelijks iets te lijden gehad, en als u de deuren eruit haalt en tussen en boven de kasten nieuwe schappen van hetzelfde materiaal zet, hebt u voor een prikje een nieuw (en groter) interieur. Een andere mogelijkheid is om een kant-en-klare stellingkast te kopen en die achter uw nieuwe schuifwand te plaatsen. Misschien bent u daarmee wel wat goedkoper uit, maar waarschijnlijk zult u de ruimte met deze oplossing niet optimaal kunnen gebruiken.
U kunt ook besluiten van gelamineerd spaanplaat een interieur naar eigen ontwerp te maken. Er zijn gestandaardiseerde platen in de handel, die op regelmatige afstanden voorzien zijn van gaten waarin niet alleen plankdragertjes passen, maar ook rails voor kleerhangers, mandjes en andere zaken. Er bestaan uitschuifbare klerenhangers, uitklapbare strijkplanken, verrijdbare wasmanden en nog veel meer accessoires waardoor u een optimaal gebruik van uw kastenwand kunt maken.
De systeemschuifwand
Als u ervoor kiest zelf een systeemschuifwand te monteren, bent u meestal niet alleen verantwoordelijk voor de manier waarop de door de fabriek geleverde onderdelen gemonteerd worden, maar ook voor het opmeten van uw slaapkamer. Doe dat dus zeer zorgvuldig (fouten komen voor uw rekening).
Meestal zult u moeten beslissen of de bodemrail direct op de grond wordt gemonteerd, of op de bodemplank voor de kast, die op zijn beurt op een plint rust. Het eerste is vaak fraai, maar vereist dat eventuele (zachte) vloerbedekking zeer precies wordt gesneden en geplakt (de kunststofrail mag nooit op tapijt worden bevestigd). Bovendien moet de vloer daarbij zeer goed vlak zijn en zullen er eerder voorwerpen in de rail terechtkomen, waardoor de deuren uit de rails lopen. Het tweede is iets duurder, maar in veel situaties beter. De plint kan dienen om onregelmatigheden in de bodem te overbruggen, en biedt een goede stootrand om vloerbedekking tegenaan te leggen.
Ook aan het plafond kan soms een extra console worden bevestigd, maarbehalve bij zeer hoge ruimtes lijkt dat niet aan te bevelen. Tegen de zijwanden kan een (plint met) stootbord worden bevestigd, maar als de muren van uw slaapkamer niet al te oneffen zijn hoeft dat niet. Als ze recht zijn, maar enigszins uit het lood staan, kan dat worden opgevangen door de afstelling van de wieltjes onder de deuren. Het enige probleem is dat u dan wel een stukje uit de plint van de kamer moet zagen.
De maximale breedte van de meeste systeemschuifdeuren ligt rond de 100 cm. Het ligt voor de hand om alle deuren even breed te maken (bijvoorbeeld vier deuren van ruim 80 cm bij een wandbreedte van 320 cm), maar als u een bijzondere indeling van uw kastinterieur hebt, kunt u daar (enigszins) van afwijken. Bij meer dan twee kastdeuren moet u ten slotte nog beslissen hoeveel rails u wilt gebruiken. Geeft u iedere deur zijn eigen rail, dan kunnen ze keurig achter elkaar schuiven. Wordt dezelfde rail door meer dan één deur gebruikt, dan levert dat weliswaar een kleine besparing op in geld en ruimte, maar dan is ook de kast minder goed bereikbaar.
Wanneer u uw maten en voorkeuren heeft opgegeven, maakt de fabrikant de deuren, rails en toebehoren op maat. De montage zou probleemloos moeten verlopen als u de (meestal uitgebreide) handleiding volgt. Aarzel niet om bij vragen uw leverancier te raadplegen.
