Gasbetonblokken (ook wel cellenbetonblokken genoemd) zijn gemaakt van zand 70%, cement 15%, kalk 15%, water en een geringe hoeveelheid aluminiumpoeder. De aanduiding gasbeton is daarom eigenlijk niet zo gelukkig. Het gebruikte aluminiumpoeder fungeert als zogenaamd ‘bruispoeder’ dat ervoor zorgt dat ongeveer 70% van het ontstane steenachtige product bestaat uit gesloten luchtcellen. Door het relatief lichte gewicht en de grote afmetingen werkt u er sneller mee dan met baksteen of kalkzandsteen, waardoor de bouwsnelheid opgevoerd wordt.

Kenmerken van gasbetonblokken en elementen

Als u zo’n gasbetonblok in de hand houdt, hebt u niet direct het gevoel met een bouwblok te maken te hebben dat geschikt is voor het optrekken van dragende wanden. Maar toch is het draagvermogen van het lichte gasbeton ruim voldoende en bovendien isoleert het goed door de celstructuur. Platen van gasbeton met wapening zijn zelfs sterk genoeg voor het maken van vloeren en dakplaten.

De doe-het-zelver treft in de bouwmarkten over het algemeen blokken aan in de afmetingen 600x250x50mm, 600x250x70mm, 600x250x100mm. De 70mm blokken zijn geschikt voor scheidingswanden. De 50mm blokken zijn daar echt te licht voor. Deze gebruikt u bijvoorbeeld voor het onder metselen van een bad, het maken van een koof et cetera. Dikten van 100mm en meer zijn in te zetten als dragende muren.

Kwaliteit van gasbeton

Kalkzandsteen wordt in drie kwaliteiten vervaardigd: het standaard blok wat u bij de bouwmarkt aantreft is G4 kwaliteit, ongeveer 600 kg/m3. Ter vergelijking; kalkzandsteen weegt ongeveer 1900 kg/m3. De kwaliteit is afhankelijk van de druksterkte waarmee de steen geproduceerd wordt.

Soort
Druksterkte (N/mm2)
Volumegewicht

G2/400
2 N/mm2
400 kg/m3

G4/600
4 N/mm2
600 kg/m3

G5/800
5 N/mm2
800 kg/m3

Pas op voor scheurvorming

Waar gasbetonblokken verwerkt worden moet om scheurvorming te voorkomen, gedacht worden aan dilateren (bewust een naad houden). Bij niet dragende binnenwanden is het advies om altijd te werken met verdieping hoge kozijnen. De aansluiting kozijn met blokkenwand is dan te beschouwen als een dilatatie. Een dilatatie is een ontmoeting die flexibel is uitgevoerd. Gaan raam of deurkozijnen niet door tot het plafond, en is de wand langer dan 2x de wand hoogte dan is een dilatatie nodig. Ook bij hoeken niet in verband werken, maar ook dilateren (met uitzondering van dragende muren, deze dienen in verband te worden verlijmd)

Bij dilataties is het aanbevolen om per 3 rijen in de blokken een veeranker aan te brengen. Hoewel de veerankers tegenwoordig op verkooppunten van de blokken beter te verkrijgen zijn dan voorheen, grijpt u nog wel eens mis. In dat geval gaat u naar de ijzerwarenwinkel, deze moet u er altijd aan kunnen helpen.

De verwerking

Het materiaal is te zagen, te lijmen en te metselen. De blokken zijn licht, isolerend en vochtbestendig. Door hun grote poriën zijn ze echter ongeschikt voor geluidswering. Er bestaat speciale lijm voor gasbetonblokken en ook zijn er zagen voor te koop. U kunt de blokken overigens ook zagen met een oude grof getande houtzaag.

Hoe gasbetonblokken verwerkt moeten worden ziet u uitgebreid in het artikel: Scheidingswand van gasbetonblokken maken.

Voor meer informatie over gasbeton bezoek de pagina Nederlandse Cellenbeton Vereniging