Een keerbeitel is het bovenste deel van de dubbele schaafbeitel, die klemvast en enigszins verend op het onderste deel (de eigenlijke schaafbeitel) is aangebracht. De keerbeitel dient om de houtkrul in de bekopening van de schaaf te breken en daardoor de afvoer van de spanen te bevorderen. De uitvinding van de keerbeitel betekende een grote vooruitgang in de techniek van het werken met de handschaaf. Aan de onderzijde is de keerbeitel enigszins gegolfd; daardoor ontstaat de ‘vering’, die een klemvaste aansluiting op het onderste deel van de eigenlijke schaafbeitel garandeert.

Keerbeitel

De afstand tussen de onderzijde van de keerbeitel en de snede van de schaafbeitel bedraagt 1 a 2 mm; de instelling is voor vakmensen een kwestie van gevoel. Voor het schaven van zeer hard hout, of van vochtig hout wordt soms een kleine correctie op die afstand aangebracht. Ook de diepte-instelling van de schaaf speelt daarbij een rol. Daarvoor zijn geen vaste regels te geven; het blijft inderdaad een kwestie van gevoel en ervaring. In het algemeen kan de doe-het-zelver het best een afstand van 1 tot 2 mm aanhouden. Let er wel op dat de keerbeitel precies evenwijdig ligt t.o.v. de schaafbeitel. Houd beide beitels altijd klemvast op elkaar. Verwijder zo nodig tussen de twee beitels ingedrongen spanen en splinters. Dat zal het schaven een stuk gemakkelijker maken.